Hondeziekte

• Vaccinatie
• Hondeziekte: op 9 weken, op 14 weken, daarna jaarlijks herhalen
• Hondsdolheid: Dit vaccin is verplicht als de fret mee naar het buitenland of de ardennen gaat. De enting moet 1x per 3 jaar gebeuren.
• Oormijt
• De fret is erg gevoelig aan oormijt, wat kan leiden tot ernstige oorontstekingen. Dit kan behandeld en voorkomen worden door een eenmalige toediening van stronghold.
• Buitenland
• Als een fretje mee naar het buitenland gaat moet deze ook gechipt zijn!

Vaccinatie

• Puppy vaccin
• Deze bevat entstoffen tegen hondeziekte en parvovirus en kan gegeven worden vanaf de pup 6 weken oud is.
• Cocktail
• Deze bevat entstoffen tegen parvovirus, leptospirose, hondenziekte en besmettelijke leverziekte.
• Basisvaccinatie: pups vanaf 12w oud: 2x met 3 weken tussen, daarna jaarlijks een herhalingsinenting
• Hondenziekte : Dit is een ziekte met bijna steeds een fatale afloop. De hond maakt hoge koorts, heeft ontstoken ogen, kan een longontsteking ontwikkelen en diarree krijgen. Ook zenuwsymptomen zijn mogelijk.
• Parvovirus : Deze ziekte komt vooral voor bij jonge dieren, het virus verspreidt zich via uitwerpselen. De honden krijgen hoge koorts, ( bloederige) diarree, moeten braken en kunnen daardoor al snel uitdrogen.
• Leptospirose en Ziekte van Weil : Deze ziekte wordt overgebracht via urine (veelal rattenurine) bij honden die wel eens in water spelen). De dieren maken hoge koorts, vertonen braken en diarree, zijn algemeen heel slecht en kunnen tekenen van nier- en leverfalen vertonen. Deze ziekte is tevens zeer besmettelijk voor de mens, met mogelijk fatale afloop.
• Kennelhoest : Dit vaccin bevat entstoffen tegen de bacteriële en virale oorzaken van kennelhoest en kan vanaf de leeftijd van 3 weken gegeven worden indien de pup in een besmet milieu zit of minstens 3 dagen voordat de hond een risico periode (pension, hondenschool,..) in gaat. 1x per jaar herhalen.
• Hondsdolheid : Dit is een aangifteplichtige ziekte, die steeds fataal afloopt. De overdracht gebeurt via speeksel (bijtwondes) en wordt gekenmerkt door zenuwsymptomen. Het is overigens verplicht je huisdier te vaccineren tegen hondsdolheid als je het meeneemt buiten de landsgrenzen en beneden Samber en Maas ("de Ardennen"). Dit vaccin is verplicht als de hond mee naar het buitenland of de Ardennen gaat. De enting moet 1x per 3 jaar gebeuren.

Ontworming

• De meest voorkomende wormen zijn spoelworm en lintworm, niet alle ontwormingsproducten zijn ook tegen deze laatste werkzaam. Pups worden al reeds in de baarmoeder besmet en kunnen ook nog eens via de melk en via de eitjes in de omgeving besmet worden
• Pups : ontwormen op 2, 4 en 6 weken, daarna op 2, 4 en 6 maanden
• Fokteven ontwormen voor de loopsheid waarin ze wordt gedekt, na de geboorte. De teef tegelijk met de pups ontwormen.
• Volwassen honden: 4x per jaar ontwormen waarbij 2 keer een combinatieproduct dat ook tegen lintwormen werkzaam is gebruikt dient te worden tezamen met een vlooienbestrijdingsmiddel, want vlooien zijn tussengastheer voor de lintworm.

Vlooien, teken en mijten bestrijding

• Hiertegen bestaan tal van producten, waarvan enkele combinatieproducten zijn die zowel tegen wormen, vlooien als mijten of tegen vlooien en teken werken. Vraag hiernaar op de praktijk.
• De frequentie van behandelen is dan ook afhankelijk van het gebruikte product.
• In geval van een vlooienbesmetting is het belangrijk om zowel dier als omgeving gedurende enkele weken consequent te behandelen, want 1% van de beestjes zit op uw huisdier, 99% zit in de omgeving! Dit houdt in: dagelijks stofzuigen van tapijten, zetels, gordijnen, auto- en omgevingsspray verstuiven in huis en in de stofzuiger. Een stukje vlooienband in de stofzuiger kan ook effectief zijn.

Vaccinatie

• Kattenziekte
• Dit is een ziekte waarbij de kat snel heel ziek wordt, ze krijgt erge diarree, koorts en bloedarmoede, de ziekte verloopt bijna steeds fataal.
• Niesziekte
• Dit is een ziekte die vooral jonge katten treft, ze wordt veroorzaakt door meerdere factoren en het opvallendste ziektebeeld hierbij is niezen, soms is de kat zo ziek doordat de ogen mond- en keelholte zo ontstoken zijn dat ze niet meer wil eten en drinken. Niesziekte kan soms hardnekkig lang aanslepen zelfs indien een goede behandeling werd ingesteld
• Deze bevat entstoffen tegen kattenziekte en niesziekte
• Basisvaccinatie: vanaf 9 weken oud 2x met 3 weken tussen
• Jaarlijkse herhaling
• Hondsdolheid
• Dit vaccin is verplicht als de kat mee naar het buitenland of de Ardennen gaat. De enting moet 1x per 3 jaar gebeuren.
• FeLV (kattenleucose)
• Dit virus kan tumoren en leukemie veroorzaken. Het ondermijnt het normale afweersysteem zodat een onschuldige infectie toch plotseling fataal kan verlopen.
• Dit vaccin kan interessant zijn voor dieren die in een risico gebied leven, maar is niet 100% betrouwbaar
• FIP (besmettelijke buikvliesontsteking)
• Dit is een virus dat alleen kan overgedragen worden door direct contact tussen katten onderling. Een infectie heeft meestal een fatale afloop. Soms krijgt de kat een typische dikke buik vol vocht, maar dit hoeft niet altijd.
• Hiertegen is geen vaccin beschikbaar, maar kan wel gediagnosticeerd worden in het belang van de andere katten in het gezin en in de omgeving.
• FIV ( kattenaids)
• Kattenaids is zeer besmettelijk en ondermijnt net zoals bij de mens het immuunsysteem, het is ongeneselijk en het enige wat de dierenarts kan doen is de bijkomende infecties onder controle houden. Tussen de besmetting en het ontstaan van de symptomen kan 5 jaar verstrijken.
• Hiertegen is geen vaccin beschikbaar, maar kan wel gediagnosticeerd worden in het belang van de andere katten in het gezin en in de omgeving

Ontworming

• Ook de kat heeft last van spoelwormen en lintwormen (met de bijhorende vlooien als tussengastheer)
• Kittens : ontwormen op 4, 6, 9 en 12 weken, daarna 4x per jaar
• Drachtige kattin : ontwormen voordat ze gedekt wordt, tijdens de dracht met een veilig ontwormingsmiddel en na de geboorte

Vlooien, mijten, teken

• Hiertegen bestaan tal van producten, waarvan enkele combinatieproducten zijn die zowel tegen wormen, vlooien als mijten of tegen vlooien en teken werken. Vraag hiernaar op de praktijk.
• De frequentie van behandelen is dan ook afhankelijk van het gebruikte product.
• In geval van een vlooien besmetting is het belangrijk om zowel dier als omgeving gedurende enkele weken consequent te behandelen, want 1% van de beestjes zit op uw huisdier, 99% zit in de omgeving! Dit houdt in, dagelijks stofzuigen van tapijten, zetels, gordijnen, auto- en omgevingsspray verstuiven in huis en in de stofzuiger. Een stukje vlooienband in de stofzuiger kan ook effectief zijn.

Vaccinatie

• RHD (rhabbit haemorrhagic disease): jaarlijks vaccineren
• Het Viraal Haemorrhagisch Syndroom (=VHS), wordt ook wel Rabbit Haemorrhagic Disease (RHD) genoemd. VHS is een zeer besmettelijke en vaak dodelijke ziekte die veroorzaakt wordt door een calicivirus. De ziekte verspreidt zich via direct contact tussen konijnen, maar ook via mest, insecten (zoals vliegen) en besmet materiaal (zoals kooien en drinkflesjes). Let op: ook vers geplukt gras kan besmet zijn, zeker op plaatsen waar wilde konijnen komen. Realiseer je dat je ook via schoenzolen het virus kan overdragen. Na een incubatietijd van 1-3 dagen kunnen de eerste symptomen optreden. Het konijn wordt depressief, eet niet meer, raakt benauwd, krijgt koorts, schreeuwt en tandenknarst. In het laatste stadium van de ziekte zie je vaak schuimige bloederige neusuitvloeiing. Meestal sterft het konijn snel aan bloedingen in het lichaam. Deze bloedingen treden met name op in de darmen. Het zijn deze bloeding waaraan de ziekte zijn naam heeft te danken: hemorrhagisch betekent bloed.De ziekte gaat echter niet altijd gepaard met bloedingen. Er is ook een vorm waarbij het konijn plots dood neervalt zonder eerst andere symptomen te hebben vertoond. Men kan door middel van een noodvaccinatie gezonde konijnen beschermen. Zodra er een VHS verdenking is luidt het advies om niet gevaccineerde konijnen zo snel mogelijk te laten vaccineren! De eerste vaccinatie mag vanaf een leeftijd van 8 weken gegeven worden. Zeven dagen na deze vaccinatie heeft het konijn een goede bescherming tegen VHS. Deze bescherming houdt 1 jaar aan. Een keer per jaar vaccineren tegen VHS is voldoende voor gewone konijnen.De vaccinatie tegen VHS mag samen met de vaccinatie tegen myxomatose gegeven worden.
• Myxomatose: vanaf de lente elke 3 maanden vaccineren
• Myxomatose wordt veroorzaakt door een virus (Myxomavirus, een virus behorend tot de pokkenvirussen). Myxomatose wordt met verspreid door stekende insecten zoals vlooien, muggen en vliegen. Ook is besmetting via direct contact met besmette dieren of materialen mogelijk. Een deel van de preventie ligt dan ook in bestrijding van insecten in de hokken door het gebruik van horren of fijnmazig gaas. Bestrijden van vlooien met behulp van advantage of stronghold. Voorkomen van contact met egels, katten en honden omdat deze de vlooien kunnen overbrengen. Een goede hygiëne is noodzakelijk en bij verdenking van myxomatose mogen konijnen geen onderling contact hebben. Let er ook op dat materialen zoals voerbakken en dergelijke goed gescheiden blijven. Geef ieder konijn of konijnenpaar zijn eigen voerbak en drinkfles. Vaccineer uw konijn preventief tegen de ziekte (dit moet 2x per jaar). De tijd tussen besmetting en de eerste symptomen (=incubatietijd) is enkele dagen tot 2 weken. De ziekte kenmerkt zich door zwelling van de oogleden, mond en anus. Doordat de oogleden erg gezwollen raken kan het konijn niet meer zien en wordt als het ware blind. Wilde konijnen vormen zo een gemakkelijke prooi voor roofdieren. Er ontstaan knobbels in de huid (myxomen). Voornamelijk op de oren, rond de mond en op de rug. Na enkele dagen ontstaat er een longontsteking waaraan het konijn zal overlijden. Myxomatose is net als VHS (het Viraal Haemoragisch Syndroom) een dodelijke aandoening: na besmetting zal het dier meestal sterven. In het wild zal maar 5-10% van de besmette konijnen de ziekte overleven. Bij tamme konijnen die goed behandeld worden ligt dit percentage iets hoger De eerste vaccinatie mag vanaf de leeftijd van 1 maand gegeven worden. Dwergkonijnen echter pas vanaf 3 maanden! Zeven dagen na vaccinatie is het konijn pas beschermd tegen de ziekte. Deze bescherming houdt 2-4 maanden aan. Aangezien een vaccinatie maar een bescherming van 2-4 maanden geeft, adviseren wij konijnen twee keer per jaar te vaccineren. De eerste vaccinatie in april-mei, de tweede vaccinatie in augustus-september.

Vaccinatie

• Influenza/tetanus
• Basisvaccinatie : Vanaf het veulen 6 maanden oud is. 2 keer inenten met een tussenperiode van 4 weken en een 3e boostervaccinatie nog eens 6 maanden later
• Herhalingsvaccinatie : 1 keer per jaar ( officieel), 2x/ jaar (suggestief) indien het paard veel reist of vaak met wisselende paarden in contact komt.
• Drachtige merrie : In de 9e maand van de dracht is een herhalingsvaccinatie van belang om voldoende afweerstoffen in de biest te hebben bij de geboorte
• Rhinopneumonie
• Basisvaccinatie : Vanaf het veulen 6 maanden oud is. 2 keer inenten met een tussenperiode van 4 weken.
• Herhalingsvaccinatie : 2x per jaar
• Drachtige merrie : Inenten in de 5e, 7e en 9e maand, dit zowel om abortus te voorkomen als de hoeveelheid antistoffen in de biest hoog genoeg te krijgen om het veulen te beschermen
• Huidschimmel
• In specifieke gevallen
• Droes
• In specifieke gevallen

Ontwormen

• Een goed ontwormingsschema (elke 8 tot 12 weken naargelang het gebruikte product) met degelijke ontwormingsproducten is onontbeerlijk voor paarden
• Veulen : Het jonge veulen dient ten minste op een leeftijd van 7 tot 10 dagen ontwormd te worden. Hierna het veulen na 6 weken nog een keer ontwormen en vervolgens het schema van ieder 8 weken ontwormen aanhouden.
• Drachtige merrie : Naast het gewone ontwormingsschema moet de merrie de dag van de geboorte van het veulen ook ontwormd worden om de
• Wormlarven in de uier van de merrie te doden zodat het pasgeboren veulen niet via de melk besmet kan worden.

Koliek

• Koliek zijn pijnuitingen van een paard meestal veroorzaakt door buikpijn. Meestal wordt de buikpijn veroorzaakt door onschuldige krampen, maar soms worden ze veroorzaakt door een verstopping of een verdraaiing van de darmen, in dit geval zal de maag overvullen en indien niet tijdig wordt ingegrepen, kan de maag scheuren omdat een paard niet kan braken.
• Als je ziet dat je paard koliek heeft mag je hem geen eten of drinken meer geven, neem zijn pols, deze mag niet hoger zijn dan 40 slagen/minuut, als hij wilt rollen wandel er dan mee rond. Stilliggen in de stal mag wel.
• Als de symptomen niet beteren binnen het half uur, bel je best de praktijk. Na een algemeen onderzoek eventueel aangevuld met een rectaal onderzoek, zal je paard naargelang de diagnose een pijnstiller en darmverslapper krijgen igv. krampkoliek, paraffine krijgen via een maagsonde igv. een verstopping of igv. een verdraaiing of onbekende oorzaak wordt je paard doorverwezen naar een kliniek.